1. Verliezen is geen optie
Laat je niet afleiden door de angst om te verliezen. Geen gedachten als: "Wanneer ik op zijn straat land, heb ik nog zoveel geld over," of: "Geen zes, geen zes, geen zes!" Je tegenstanders ruiken je angst. Doemscenario's uitstippelen heeft daarom totaal geen zin.
2. Geld moet rollen
De eerste fase van het spel is het belangrijkst. Koop alles wat je kopen kan. Op die manier heb je een betere positie tijdens eventuele ruilfasen in het spel.
3. De kleintjes niet over het hoofd zien
Heel veel amateurs maken de grote fout door zich volledig te richten op de duurste straten. Ze zijn voorzichtig met investeren in goedkoop vastgoed om uiteindelijk te sparen voor de Kalverstraat. Doe dit niet, ook niet een klein beetje. Een monopolie verkrijgen is veel rendabeler dan kneiterduur land kopen waar je niks op kunt bouwen door een tekort aan geld. Begin met de kleintjes om zo een stabiele cashflow te genereren. Donald Trump kocht ook niet gelijk zijn Trump Tower in New York, toch?
4. Zoek later in het spel de gevangenis op
Hoe meer vastgoed er opgekocht wordt, hoe verleidelijker de gevangenis wordt. Probeer de gevangenis aan het begin van het spel te vermijden, maar probeer aan het eind van het spel zo lang mogelijk achter de tralies te blijven.
5. Probeer in te spelen op de keuzes van anderen
Je kent vast wel, toch? Die mensen die superslecht om kunnen gaan met winnen? Het type mens dat, met de tong uit de mond, jouw geld met gulzige worstenvingers binnenharkt? Onbewust hanteren ze een uitstekende strategie. Je moet je tegenstanders namelijk altijd op de kast jagen. Probeer dit op iets subtielere wijze te doen, door bijvoorbeeld heel slinks te achterhalen welke huizen je tegenstanders willen kopen en die vervolgens recht voor hun neus weg te kapen. Zeker als ze nog maar één huis nodig hebben voor een monopolie. Ze zullen rood van woede de ruilfasen ingaan en daar komen alleen maar slechte beslissingen van.
6. Begin niet te vroeg met ruilen
Bij het wereldkampioenschap Monopoly spelen we met de klassieke regels, dus inclusief rondes waarin je vastgoed kunt ruilen. Probeer altijd de eerste te zijn die een ruilfase initieert. Zo hou je de controle over het spel. Maar begin nooit te vroeg met ruilen. Als je namelijk begint met ruilen voordat alle straten zijn opgekocht, geef je de tegenstander de kans om, later in het spel, onverwachts een monopolie te krijgen. Of je verspeelt juist een huis die jou later een monopolie had kunnen opleveren. Ruil bovendien enkel en alleen straten. Sommige tegenstanders zullen je spoorwegen of nutsbedrijven proberen aan te smeren. Later in het spel heb je daar echt niks aan. Niet doen dus.
7. Zorg dat je de Utrechtse straten (oranje) in handen krijgt.
Je moet proberen elke straat op te kopen waar je op landt, maar de oranje straten zijn het meest strategisch gelegen. Kopen dus. De eerste oranje straat is zeven hokjes verwijderd van de gevangenis. Zeven wordt het meest gegooid tijdens Monopoly (tenzij je met één dobbelsteen gooit) en de gevangenis is relatief gezien de plek waar je het vaakst op landt. Cha-ching!
8. Leer de onderstaande heat-map uit je hoofd
Nu we het toch over kansberekening hebben: er bestaat een zogeheten heatmap die aangeeft hoe groot de kans is dat je op bepaalde hokjes landt. Je kunt met behulp van de heatmap een paar stappen vooruit denken en inspelen op de acties van je tegenstanders. Het is eigenlijk niet anders dan bij poker, waar spelers ook voortdurend uitrekenen hoe groot hun winkans is bij iedere opgelegde kaart.
9. Zeg niks tijdens het spel, ook niet als je tegen vrienden speelt.
De enige strategie om Monopoly mee te winnen is door gebruik te maken van kansberekening én door deze handige weetjes te gebruiken. Hoe meer emotie je zelf in het spel brengt, hoe groter de kans is dat je zult verliezen. Doe wat een advocaat zou doen, geef enkel en alleen antwoord op vragen tijd en blijf verder de stille Willy met een stalen Monopolygezicht.
10. Wees impulsief
Monopoly draait om snel geld. Mocht je op een straat landen die nog niet gekocht is en zeven hokjes verwijderd is van waar je tegenstander op dat moment staat, dan moet je hem sowieso kopen. Het maakt helemaal niks uit hoeveel geld je daarna overhoudt. In Monopoly gaat het namelijk niet altijd om hoeveel geld jij hebt in bepaalde situaties, maar meer om de hoeveelheid kansen die je de tegenstander kunt ontnemen. Bovendien zorgen je impulsieve acties er ook nog eens voor dat je superslecht in te schatten bent door anderen.
Ik ben er al jong achter gekomen dat mijn broer het heel erg vond om naar de gevangenis te gaan. Hij weigerde al het eten en drinken, spuugde op iedereen en besmeurde de muren met zijn eigen…eh.... uitwerpselen. Daarna hebben we nooit meer Monopoly gespeeld.
