Het is vakantietijd. Heel veel mensen hebben al vakantie gehad, maar een groot aantal is of gaat nog op vakantie.
Deze week dus:

Tijdens hun vakantie bezoeken twee toeristen het plaatsje Natchitoches in Louisiana (VS).
Ze discussiëren over hoe je nou eigenlijk de naam van dit plaatsje uitspreekt.
Omdat ze er maar niet uitkomen, besluiten ze ergens in het dorp even een hapje te gaan eten.
De ene toerist vraagt aan de blonde serveerster: “Mevrouwtje, kunt u eens, lángzaam en duidelijk uitspreken,
voor twee simpele toeristen, hoe de plaats heet waar wij ons op dit moment bevinden?”
De serveerster buigt zich over de tafel en zegt: “Buuuuuurrrrrrr-geeerrrrrr-kiiiiiiingggggggg…”

Een vrouw gaat op vakantie naar Cuba en ontmoet daar een gespierde Cubaanse macho. Ze begint te flirten en dansen en uiteindelijk belanden ze aan t eind van de avond in bed waarbij ze elkaar, tijdens stomende seks, alle hoeken van het bed laten zien. Na de daad, vraagt de vrouw de Cubaan naar zijn naam. “Die vertel ik je liever niet,” zegt hij. “Telkens als ik dat vertel lacht iedereen.” Zo verstrijken 15 vakantiedagen. Ze dansen, drinken daiquiris, mojitos en vrijen op volle snelheid. Aan de vooravond van de terugkeer, dringt de vrouw erop aan dat de man zijn naam vertelt en tenslotte overtuigt ze hem. “Mijn naam is Sneeuw,” zegt de Cubaan. Als de vrouw dat hoort, knikt ze zowat dubbel van het lachen. “Zie je wel,” zegt hij. “Ik vertelde je dat iedereen moet lachen om mijn naam. Jij bent net zo.” “Nee, sorry. Ik lach niet om je naam. Ik dacht alleen aan mijn man zijn gezicht wanneer ik hem vertel dat ik gedurende 15 dagen in Cuba, elke dag 20 centimeter sneeuw heb gehad.”

Een boer gaat aleen op vakantie en zegt tegen zijn knecht aleen als er iets bijzonders gebeurt is mag je me bellen. Na een week belt de knecht. Boer: "wat is er Knecht?" "de steel van de schop is gebroken." Boer: "hoe kan dat Knecht?" "Het is gebeurd toen ik de hond aan het begrafen was." Boer: "hoe komt die hond dood?" Knecht: "door de brandende schuur." Boer: "hoe komt die schuur in brand?" Knecht: "door de vonken van het brandende huis." Boer: "En mijn vrouw dan?" Knecht: "die is met de buurman op vakantie."