Het merendeel van de jeugdigen is weer naar school
- het weekthema deze keer-
- het weekthema deze keer-
Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
"Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?"
Waarop de student antwoordt: "Een telescoop."
"Goed," zegt professor, "en om naar bacteriën te kijken?"
"Een microscoop."
"Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?"
Waarop de student vraagt: "Kan dat dan?"
"Ja," zegt de professor.
"O Ja?? Waarmee dan?" vraagt de student.
"Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!"
'Pap,'zegt de zoon, ' jij zegt toch altijd dat je niet alles moet geloven wat er geschreven staat?' 'Ja, jongen, dat is ook zo.' zegt de vader. Jongen: 'Wil je dan nu even mijn rapport aftekenen?'.
Een jongetje komt thuis van school en zegt trots: 'Mama, ik was de enige die een vraag van de meester kon beantwoorden.' 'En wat vroeg hij dan wel?' "Wie heeft die punaise op mijn stoel gelegd?"
'Hoe wordt iemand genoemd die steelt?' vraagt de onderwijzer aan Gert. Gert haalt de schouders op. Hij weet het niet. 'Kijk, Gert, beeld je even in dat ik mijn hand in jouw zak steek en er een briefje van honderd uithaal, wat ben ik dan?' Gert kijkt de onderwijzer opgetogen aan en zegt: 'Een tovenaar, meester!'
Flipke komt 's middags opgewonden thuis van school, en vertelt dat hij die dag heeft leren schrijven. "Wat knap!" zegt zijn moeder, "Wat heb je geschreven? "Dat weet ik niet," zegt Flipke. "We leren morgen pas lezen."
'Je papegaai is vandaag weggevlogen.' zegt moeder tegen Merel. 'Ik had het kunnen weten!' zucht Merel. 'Toen ik gisteren mijn huiswerk voor aardrijkskunde maakte, zat hij steeds over mijn schouder heen te kijken!'
Een moeder trof haar zoon in bed aan, terwijl hij al lang op school had behoren te zijn. Ze zei hem ogenblikkelijk naar school te gaan, of anders twee goede redenen te geven om zulks niet te doen. 'Ten eerste vinden de kinderen me niet aardig. En ten tweede vinden de leraren me he-le-maal niet aardig. Geef mij maar eens twee goede redenen waarom ik wél naar school zou gaan.' 'Nou, ten eerste ben je veertig. En ten tweede ben je rector.'
Leraren maken geen fouten want fouten maken is menselijk!
Les 1:
ik ga naar school =tegenwoordige tijd
ik ging naar school = verleden tijd
ik zit op school = verloren tijd
ik werk voor school = stommiteit
Geen opmerkingen:
Een reactie posten